Ken je dat innerlijke stemmetje dat je telkens bekritiseert? Na een gesprek met een collega of vriend ( “Dat had je niet moeten zeggen, wat ben je toch onhandig”), als je in de spiegel kijkt (“Je ziet er niet uit vandaag”) of in je carrière (“Het gaat je nooit lukken die baan te krijgen”). Iedereen heeft last van de innerlijke criticus. De grootste criticaster is niet een ander, maar dat ben je zelf. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de mensen milder is voor een ander dan voor zichzelf. Hoe leer je dit vaker te herkennen en los te laten? Dat lees je hieronder.
Wat is de innerlijke criticus
De innerlijke criticus komt voort uit de wens om erbij te horen, wat weer een onderdeel is van het gevaarsysteem. Het gevaarsysteem is onderdeel van het oudste deel van ons brein en is essentieel om op korte termijn te overleven. Als uitsluiting dreigt, ben je eerder geneigd in zelfkritiek of kritiek op anderen te vervallen. Je kunt ook last hebben van innerlijke kritiek door gebeurtenissen of personen uit je jeugd, zoals je veeleisende pianoleraar of strenge moeder. Ook de behoefte aan zekerheid en stabiliteit voorzien de de innerlijke criticus van brandstof. Door jezelf klein te houden en te bekritiseren hoef je je dromen niet te verwezenlijken en blijf je lekker doen wat je altijd deed. Je bent toch niet goed genoeg.
Het resultaat is dat je je eigen zwakheden onder de tafel schuift en ze niet erkent of eraan werkt. In onze maatschappij leeft het idee dat we zonder zelfkritiek minder goed presteren en onze dromen niet waar maken. Het tegendeel is echter waar: onderzoek toont aan dat zelfkritiek juist nadelig is voor je prestaties. Zelfkritiek demotiveert en verzwakt je geloof in je eigen talent en kunnen. Zelfkritische mensen zijn minder gemotiveerd, waardoor ze eerder afhaken bij tegenslag.
Zelfkritiek herkennen
Het gevaarlijke is dat de innerlijke criticus vaak fluistert, waardoor hij waarschijnlijk vaker aan het woord is dan jij doorhebt. Gelukkig is het te trainen! Probeer deze oefening eens: turf de komende dagen wanneer je alleen bent, hoeveel zelfveroordelende gedachten je hebt. Merk ze op zonder oordeel en blijf tellen. Hoe vaak per dag tel jij je innerlijke criticus? Schrik je hiervan?
Naast deze simpele oefening helpt het ook om mindfulness oefeningen te doen. Door met meer aandacht te leven kun je je innerlijke criticus eerder herkennen en jezelf corrigeren.
Je innerlijke criticus temmen
Na herkennen is het natuurlijk de vraag, wat doe je dan met die zelfkritiek? Het antwoord is zelfcompassie. Als je zelfkritiek vervangt met zelfcompassie zie je je eigen falen als een kans om te groeien in plaats van jezelf in de grond te stampen. Met zelfcompassie voel je je kalmer, gelukkiger en vergroot je je zelfvertrouwen.
Met zelfcompassie vervloek je je zelf niet om je magere lijf of je eeuwige twijfelzucht, maar omarm je het en lach je er zelfs om. Je geeft toe dat die baan niet bij je past in plaats van je helemaal suf te werken. Met zelfcompassie omarm je je sterktes, het gemiddelde en je zwaktes zonder dat je de behoefte hebt om ze mooier te maken.
Innerlijke criticus oefening
Onthoud dat je de innerlijke criticus niet helemaal kunt temmen, maar er wel beter mee om kunt gaan. Helaas gaat dit niet van de een op de andere dag, maar zul je moeten werken aan het herkennen van zelfkritiek middels open aandacht, mindfulness en zelfcompassie.